Vennootschapsbelasting: tarieven

Overzicht van de tarieven in de vennootschapsbelasting, inclusief het verlaagd tarief en de voorwaarden die daarvoor moeten vervuld zijn.

 

Bron: art. 215 en 463 bis WIB 92

Sinds aanslagjaar 2021

Algemene tarieven

Gewoon tarief

25%

Verlaagd tarief

Eerste schijf van € 100.000: 20%

Vanaf € 100.000: 25%

Voorwaarden verlaagd tarief:

  1. De vennootschap moet klein zijn in de zin van art. 1:24 WVV.
  2. De vennootschap mag geen financiële vennootschap zijn.
  3. De aandelen van de vennootschap moeten voor meer dan de helft in het bezit zijn van natuurlijke (fysieke) personen.
  4. De vennootschap moet aan ten minste één bedrijfsleider (zaakvoerder/bestuurder-natuurlijke persoon) een minimale bezoldiging van € 45.000 uitkeren en ten laste leggen van het resultaat(*)(**).

    (*) Als het belastbaar inkomen van de vennootschap lager is dan € 45.000, dan moet de bezoldiging minstens gelijk zijn aan dat belastbaar inkomen om het verlaagd tarief te genieten.

    (**) Voor startende kmo-vennootschappen moet deze voorwaarde gedurende de eerste vier belastbare tijdperken vanaf de oprichting niet voldaan zijn.

Specifieke tarieven

Omschrijving

Percentage

Bijzondere aanslag voor niet-verantwoorde uitgaven en VAA (art. 219 WIB)

100% of 50%

Liquidatiereserve (art. 219quater WIB)

10%

Opneming bepaalde belastingvrije reserves tijdens aj. 2021 en 2022 (art. 519ter WIB)

10% of 15%

Bedragen belast bij een fusie, een splitsting of een gelijkgestelde verrichting of bij de erkenning door de FSMA (exitheffing) (art. 217, lid 1, 1° WIB)

15%

Bepaalde vennootschappen voor huisvesting (art. 216, 2°, b WIB)

5%

Kapitaal- en interestsubsidies in het kader van de steun aan de landbouw

5%

Aanslagjaar 2019 en 2020
Algemene tarieven
Gewoon tarief
29% + 2% crisisbelasting = 29,58%.
Verlaagd tarief
Eerste schijf van € 100.000
20% + 2% crisisbelasting = 20,4%
Vanaf € 100.000
29% + 2% crisisbelasting = 29,58% (gewoon tarief)
Voorwaarden verlaagd tarief:
  1. De vennootschap moet klein zijn in de zin van art. 15, §1-6 Wetboek van vennootschappen.
  2. De vennootschap mag geen financiële vennootschap zijn.
  3. De aandelen van de vennootschap moeten voor meer dan de helft in het bezit zijn van natuurlijke (fysieke) personen.
  4. De vennootschap moet aan ten minste één bedrijfsleider (zaakvoerder/bestuurder-natuurlijke persoon) een minimale bezoldiging van € 45.000 uitkeren en ten laste leggen van het resultaat(*)(**).
    (*) Als het belastbaar inkomen van de vennootschap lager is dan € 45.000, dan moet de bezoldiging minstens gelijk zijn aan dat belastbaar inkomen om het verlaagd tarief te genieten.
    (**) Voor startende kmo-vennootschappen moet deze voorwaarde gedurende de eerste vier belastbare tijdperken vanaf de oprichting niet voldaan zijn.
Specifieke tarieven
Omschrijving
Percentage (incl. ACB)
Bepaalde meerwaarden op aandelen (art. 217, lid 1, 2° WIB 92)
25,5%*
Bijzondere aanslag voor niet-verantwoorde uitgaven en VAA (art. 219 WIB 92)
102% of 51%
In de artikelen 210, §1, 5° en 211, §1, lid 3, vermelde verrichting (exitheffing) (art. 217, lid 1, 1° WIB 92)
12,75%
Vennootschappen voor huisvesting die uitsluitend tot doel hebben leningen toe te staan voor het bouwen, het aankopen of het inrichten van sociale woningen, kleine landeigendommen of daarmee gelijkgestelde woningen, of voor de uitrusting daarvan met geschikt meubilair (art. 216, 2°, b WIB 92)
5,1%
*Tenzij deze meerwaarden in aanmerking komen om belast te worden tegen het verlaagd tarief van 20,4%.
Aanslagjaar 2018
Algemene tarieven
Gewoon tarief
33% + 3% crisisbelasting = 33,99%.
Verlaagd tarief
Belastbaar resultaat
Tarief
(incl. 3% crisisbelasting)
Vennootschapsbelasting
van
tot
 
per schijf
totaal
€ 0
€ 25.000
24,98%
€ 6.245,00
€ 6.245,00
€ 25.000
€ 90.000
31,93%
€ 20.754,50
€ 26.999,50
€ 90.000
€ 322.500
35,54%
€ 82.630,50
€ 109.630,00
Voorwaarden verlaagd tarief
  1. De vennootschap mag geen financiële vennootschap zijn.
  2. De aandelen van de vennootschap moeten voor meer dan de helft in het bezit zijn van natuurlijke (fysieke) personen.
  3. De vennootschap mag niet méér dividend uitkeren dan 13% van haar gestorte kapitaal in het begin van het boek­jaar.
  4. De vennootschap moet aan ten minste één bedrijfsleider (zaakvoerder/bestuurder-natuurlijke persoon) een minimale bezoldiging van € 36.000 uitkeren en ten laste leggen van het resultaat (*).
(*) Als het belastbaar inkomen van de vennootschap lager is dan € 36.000, dan moet de bezoldiging minstens gelijk zijn aan dat belastbaar inkomen om het verlaagd tarief te genieten.
Specifieke tarieven
Omschrijving
Percentage
Belgisch Interventie- en Restitutiebureau
21,5%
In de artikelen 210, §1, 5° en 211, §1, lid 3, vermelde verrichting
16,5%
Plaatselijke handelsvennootschappen en de gewestelijke of beroepsverenigingen, die tot uitvoering van het statuut van de nv Beroepskrediet krediet voor ambachtsoutillage mogen verstrekken
5%
Vennootschappen voor huisvesting die uitsluitend tot doel hebben leningen toe te staan voor het bouwen, het aankopen of het inrichten van sociale woningen, kleine landeigendommen of daarmee gelijkgestelde woningen, of voor de uitrusting daarvan met geschikt meubilair
5%